Breda International Airport

Veiligheidsvraagstuk kleine luchthavens

In hoeverrre worden illegale drugstransporten via kleine luchthavens uitgevoerd en hoe?

Inleiding

Nederland is een grote speler in de handel van drugs in zowel de import als de export daarvan. De illegale handel maakt gebruik van het zeer goede logistieke netwerk van Nederland. Hoewel het nog enigszins onbekend is en onzichtbaar lijkt, kunnen ook de 16 kleine luchthavens in Nederland gebruikt worden voor deze illegale handel. In Brabant en Zeeland gaat het om Kempen Airport, Vliegveld Midden-Zeeland en Breda International Airport. Deze luchthavens willen geen logistiek knooppunt zijn van deze illegale handel en zoeken oplossingen die het mogelijk maken deze illegale handel te detecteren.

Aanpak

De taskforce Brabant Zeeland heeft de stichting DITSS benaderd om met een triple helix benadering van de problematiek te zoeken naar mogelijke oplossingen. Daarbij wetende dat de methodiek van het Veiligheidsatelier succesvol is gebleken en diverse oplossingen heeft opgeleverd. Tevens is de Stichting DITSS coõrdinator van het Europees Interreg project PASSAnT. In het project PASSAnT worden experimentele oplossingen ontwikkeld aangaande ongeveer dezelfde problematiek in kleine zeehavens. Zie www.passant.info. Dit heeft ertoe geleid dat de stichting DITSS een Veiligheidsatelier organiseert, waarbij diverse experts op persoonlijke titel worden uitgenodigd.

Vraagarticulatie

Vanuit diverse kennis en ervaringsniveaus is een vraagarticulatie sessie georganiseerd, die eerst gaat analyseren wat nu het werkelijke probleem is en waar op korte en lange termijn succes geboekt zou kunnen worden. In deze sessie is een vergelijk gemaakt met het project PASSAnT die eenzelfde uitdaging onderzoekt en daarvoor oplossingen ontwikkelt. Het is blijkt nog onduidelijk om aan te geven in hoeverre de kleine luchthavens in de logistieke infrastructuur deelnemen van de illegale handel in drugs. Het gevoel is dat dit wel degelijk het geval is maar op dit moment zijn er nog te weinig gevallen bekend. De nadruk wordt gelegd op het gebruik van datascience om abnormaliteiten of onwerkelijke koppelingen te onderzoeken om meer zicht te krijgen op dit vraagstuk.

Vervolg

De tweede sessie is gehouden in het DDIL van het DITSS in Den Bosch, waar data houders (bronnen), datascience specialisten die van data informatie kunnen maken en informatievragers bij elkaar gebracht zijn om onderzoeksvelden te definieren. Daarbij blijkt dat openbare bronnen ook zeer bruikbaar zijn.
De rapportage, tijdstippen, deelnemers e.d. worden geheim gehouden.

Oplossingen liggen vaak voor het oprapen